OPENINGSTIJDEN

Ma - Vr: 8:30 uur tot 17:00 uur

HELPLIJN

evehof@rocfriesepoort.nl

MBOscrum

Bij de opleiding Informatietechnologie maken we gebruik van de leermethode MBOScrum. Dit is een aangepaste versie van het raamwerk SCRUM voor de software ontwikkel methode Agile die in het werkveld momenteel vaak gebruikt wordt. Scrum zelf is een raamwerk waarbinnen en waarmee software-ontwikkelteams sneller en op een iteratieve (opeenvolgende deelproducten) manier software ontwikkelen. De methode is in het werkveld zo populair geworden dat steeds meer bedrijven deze methode omarmen. Ook al kunnen niet alle werkprocessen van deze verschillende type bedrijven worden vervangen door de processen binnen scrum. Zoals al bij het onderdeel thema's is beschreven, hebben we gekozen om onze leerjaren te koppelen aan 12 bedrijfskundige thema's. Elk thema heeft een basisopbouw en doorlooptijd. Tijdens de verschillende fases zal het team ook kijken naar de 21-eeuwse vaardigheden.

about-us image

Basisopbouw van een thema in MBOScrum

Hieronder is een korte weergave welke stappen er in welke week worden doorlopen. Tijdens sprint 1 en sprint 2 is er dagelijks contact met de studentbedrijven in de vorm van een daily standup. Hierin vertellen de studenten aan elkaar waar ze mee bezig zijn, waar ze tegenaan lopen en kunnen ze ook bij elkaar om hulp vragen als ze een probleem hebben. Dit is voor het docententeam het moment om per studentbedrijf en per individu na te gaan wat het ontwikkelniveau is. Op basis van dat ontwikkelniveau bepalen ze hoe ze het beste dat bedrijf kunnen begeleiden.

Week 1

Is een warming up waarin het docententeam het thema uitlegt. Daarbij geeft de docent aan welke leerdoelen er bij dat thema zijn. De leerstory’s worden dan kort doorgenomen. Daarna krijgen de student-bedrijven de tijd om de leerstory’s door te nemen. Als er geen vragen van de studenten zijn kan het student-bedrijf starten met sprint 1.

Week 2 tot en met week 5

Deze duurt 20 dagen. In sprint 1 zitten de leerstory’s die de student helpen om kennis op te doen. Kennis die nodig is om tijdens sprint 2 de realisatie werkelijk tot stand te brengen. Voordat de studenten met de volgende sprint kunnen beginnen zal er door de docenten getoetst worden of er voldoende kennis aanwezig is. Dit gebeurt op basis van een korte review en een korte presentatie door de individuele medewerker van het studentbedrijf in de laatste week van sprint 1.

Week 6 tot en met week 9

Ook sprint 2 duurt 20 dagen. Sprint 2 wordt afgesloten met een eindpresentatie van het product en een presentatie over de leerervaring van de student. Dit is in MBOScrum de review fase die twee dagen in beslag neemt.

Week 10

Na de review volgt er een retrospective die altijd met een docent zal plaatsvinden. Deze fase duurt ook 2 dagen en zal hoofdzakelijk gebruikt worden om met elkaar te kijken naar de 21 -eeuwse vaardigheden en terug te kijken naar wat goed ging, wat beter kan en wat niet meer aangepast moet worden.

21-eeuwse Vaardigheden

Natuurlijk zijn alle 11 competenties belangrijk voor de toekomstige beroepsbeoefenaar. Toch kunnen we binnen de afdeling Informatietechnologie een 8-tal competenties onderscheiden waar we tijdens de verschillende opleidingen de meeste focus op zullen leggen.

Voor elk van deze 8 vaardigheden is in dit opleidingsplan een indeling gemaakt met het beoogd eindniveau van de student. De eindbeoordeling hierop kan deels subjectief plaatsvinden en is dan grotendeels een waarneming in het verschil tussen de eigen normering van de waarnemer en het individu. Toch zal de afdeling haar best doen om uiteindelijk een zo’n objectief mogelijke beoordeling te kunnen geven. Dit zal onder andere gedaan worden door gebruik te maken van het vier-ogen systeem. Ook heeft de afdeling besloten om tijdens elk thema bovenstaande competenties van een student te beoordelen. Verder zal de student door zijn directe collega studenten tijdens de retrospective feedback krijgen op deze 21-eeuwse vaardigheden.

about-us image

8 Hoofd competenties

1. Probleemoplossend denken;
2. Kritisch denken;
3. Samenwerkend vermogen;
4. Communiceren;
5. Zelfregulering;
6. ICT-basisvaardigheden;
7. Informatievaardigheden;
8. Computational thinking.

High Impact Learning that Last (HILL)

Tijdens het implementeren van de nieuwe leermethode MBOScrum heeft het team rekening gehouden met de denkwijze van Professor Dr. F. DOCHY en Professor Dr. M. Segers die in het model High Impact Learning that Last is beschreven.

about-us image

High Impact Learning that Last

Daarbij gebruiken de docenten het situationeel leiderschapsmodel van Hersey en Blanchard om de studenten te begeleiden. Dit houdt in dat we de student op basis van zijn/haar ontwikkelingsniveau begeleiden in een sturende, coachende, steunende of delegerende vorm.
Als team kijken we daarbij naar de kennis en vaardigheden, de mate van motivatie en het zelfvertrouwen van individuele student.

Urgentie, Hiaat & Probleem

Een duidelijk beargumenteerd probleem, een ervaren uitdaging, een hiaat en/of een thema dat een zekere mate van hoogdringendheid creëert (sense of urgency). Dit gevoel van urgentie, hiaat of probleem vormt het vertrekpunt van een leerproces. Bijvoorbeeld, het volgen van een patiënt, zorgt bij studenten zorgkunde/ verpleegkunde voor een gevoel van urgentie om te leren hoe je de verzorging aanbiedt aan ouderen.

Zelfmanagement & Leer stimulatie

Een attitude van de 'lerende student' die de verantwoordelijkheid neemt voor zijn eigen leren en professioneel handelen. Lerende studenten maken eigen keuzes en voeren zoveel mogelijk het beheer over hun leren. Bijvoorbeeld, keuzes kunnen maken uit een reeks projecten en je eigen team kunnen selecteren zorgt voor meer stimulatie. Meer stimulatie zorgt voor de verbinding.

Collaboratie & Coaching

Leren is een sociaal proces; het vindt plaats in interactie met klanten, collega's, superieuren, peers etc. Bijvoorbeeld, leren in kleine teams onder leiding van een coach waarop men continu beroep kan doen.

Hybride leren

Online en offline vormen van leren worden gecombineerd aangeboden: face- to-face (FtF) en online. Ook individueel en in teamverband; via groep chats, filmpjes, literatuur, presentaties etc. Bijvoorbeeld, steeds combinaties aanbieden van kennisclips, FtF discussie en teamwork. FtF meetings vormen de rode draad van de opleiding.

Actie & Kennis delen

Leren is actief en gebeurt d.m.v. het uitwisselen van informatie, discussie voeren, een probleem in groep bekijken, feedback geven en krijgen etc. Deze activiteiten en momenten van kennisdeling vinden plaats tijdens herkenbare, realistische situaties. Bijvoorbeeld, in groep een strategie uittekenen voor het oplossen van een (bouw)probleem waarbij de teamleden individueel informatie zoeken en delen.

Flexibiliteit: Formeel & Informeel Leren

Dit is een houding om binnen het kader van formeel leren (opleidingsplan, leerlijnen en -doelen) open te staan voor wat er spontaan gebeurt en aan bod komt. Flexibiliteit houdt in dat je openstaat (en ook de condities creëert) voor spontaan leren, voor toevallige momenten die het leven verrijken en voor een leerruimte die informeel leren stimuleert. Bijvoorbeeld, zorgen voor grote studielandschappen waar meerdere projectgroepen gezamenlijk 5 dagen in de week kunnen werken.

Leren met assessment

Leren en evaluatie lopen door elkaar heen: elk evaluatiemoment is tegelijk ook een leerkans dat resulteert in nieuwe kennis en inzichten. Dit wordt waargemaakt door in te zetten op bijvoorbeeld reflectie en continue feedback. Bijvoorbeeld, een portfolio als assessmentinstrument gebruiken, meer doorlopende evaluaties, criteriumgerichte interviews als beoordeling, 360° feedback als evaluatie, groepsproducten en een assessmentgesprek, etc